Dwerg Schnauzer
De achtergrond van de Schnauzer is nogal divers. Al in de zestiende eeuw werd er een afbeelding van zijn voorganger gevonden op een koperstuk uit die tijd maar een beschrijving over de Dwerg Schnauzer komt uit1886. Oorspronkelijk komt de Dwerg Schnauzer uit Duitsland en werd gebruikt als rattenvanger en erfhond. Het is een gehoorzame en aanhankelijke hond: een echte pittige durfal maar géén allemans vriend. Hij heeft een levendig temperament, is robuust, vrijmoedig en waakzaam.
Raseigenschappen:
Hoofd: Lang met vlakke schedel, krachtige snuit en duidelijke stop
Ogen: Ovaal, donker
Oren: Knopoor of staand gedragen
Gebit: Scharend
Hals: Tamelijk lang
Lijf: Kort met brede,diepe borst en matig gewelfde ribben. Een rechte rug, matig opgetrokken buik
Benen: Middelmatig lang met goed bot
Voeten: Kattenvoeten
Staart: Natuurlijk
Haar: Ruw, hard, ruige wenkbrauwen en baard
Draadhaar foxterrier
De eerste vermeldingen van de foxterrier stammen uit de veertiende eeuw. De naam is afgeleid van het Engelse fox = vos en het Latijnse terra = aarde.
De Engelsen hadden voor hun drijfjachten een aardhond nodig die het werk van de grote drijfhonden kon afmaken. De foxterrier moest een vos en een das uit zijn hol kunnen drijven. Daarvoor moet hij klein en sterk zijn, zeer alert en moedig zijn en beschikken over een groot en sterk gebit. De foxterriër is een schoonheid om te zien en is een vrolijke en schrandere huishond. Niet alleen vrolijk maar ook speels, actief, wendbaar en vol energie. Het is een echte leider maar kan ook geduldig wachten als dat moet. Hij is vriendelijk en aanhankelijk, eist steeds aandacht en profiteert van zwakheden.
Raseigenschappen:
Hoofd: Lang, smal en recht
Ogen: Fel donker oog
Oren: Knopoor
Gebit: Scharend
Hals: Lang en gestrekt
Lijf: Compact vierkant lichaam
Staart: Hoge staartaanzet, rechtop gedragen
Haar: Tamelijk kort, hard, dicht, licht golvend, vast als een kokosmat en met een zachte fijne ondervacht
Kleuren: Wit met bruine en/of zwarte vlekken, ook volledig wit